De jacht op het Witte Hert

Triomf aan de Donau

Het was laat ’s morgens, of beter, in de voormiddag, toen de eerste ridder zijn slaperige ogen opentrok en verschrikt alle andere ridders wakker maakte toen hij op de draagbare horlogeklok keek om het uur te zien. Op de koop toe was er dan ook nog eens geen ontbijt voorzien, want de avond ervoor was niemand er in geslaagd om ergens voedsel te vinden. Gelukkig was er die morgen zelf, nog voor de anderen waren opgestaan, iemand in geslaagd om ergens, in een Frankisch eetstalletje enkele deegwaren luisterend naar de welluidende naam “croissant” te vinden, die allen met smaak en honger nuttigden.

Langs bruggen…
… en wegen

Toch was het niet al rozengeur en manenschijn, want het was al redelijk laat geworden vooraleer ze hun tocht door de stad konden aanvangen. Lang wandelden ze, over grote straten, brede pleinen, Engelse kettingbruggen en vooral zeer veel trappen. Boven op de berg, want daar hadden ze al die trappen tenslotte voor genomen, was er niets anders te zien dan een groot paleis, waar ze evenwel niet in mochten. Maar boven bleek iets vreemds aan de hand. Grote groepen mensen, vooral van Aziatische en Spaans-Italiaanse afkomst, verzamelden zich rond iets. Dit mysterieuze iets bleek niets minder te zijn dan het Doel, waar ze al zo lang naar zochten. Daar, op een heuvel in het mooie maar onbeleefde Boedapest, omringd door hordes vreemdelingen stond het. Het hert, boven op een stenen heuveltje, fier en majestueus.

Op pad naar het hert

Maar, er was een probleem. Ondanks hun verwoede pogingen, hun niet-aflatende zoektocht, hun eindeloos gewandel en getrein, waren ze te laat. Te Laat! Ja! Het hert was al dood, gedood door een lokale inboorling die fier met zijn prooi stond te zwaaien. Maar de ridders waren niet van plan om deze belediging ongewroken te laten. Gezamenlijk en met z’n allen trokken ze hun zwaard en scherpten hun speer, en gingen dreigend op de lachende Hongaar af. Dit ziende koos hij eieren voor zijn geld en vluchtte laf een ondergrondse tunnel in. Tevreden met hun overwinning gingen de ridders naar het hert, dat zij meenamen naar hun herberg, via een ander deel van de burcht op de heuvel en het lokale antieke rariteitenkabinet, waar ze het smakelijk bereidden en opaten, daarbij het gewei en de beenderen sparend als trofee. Want al hadden ze het hert niet gedood, ze hadden het wel veroverd uit de handen der Hongaren.

Genietend van de overwinning

Het nieuws van hun overwinning bereikte al snel koninklijke en keizerlijke hoven van Europa. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat het ridderleger een uitnodiging kreeg van Zijne Keizerlijke Majesteit de Keizer van Oostenrijk om hem in zijn residentie te onderhouden met de verhalen over hun jacht. Deze uitnodiging konden zij onmogelijk negeren, en dus vormde zich in hun hoofd het plan om de volgende dag, rond het middaguur, opnieuw het vervoersmiddel de trein te nemen, naar het Keizerlijke Wenen.

Een antiek rariteitenkabinet
Over de Donau…