Cassoulet in Carcassonne
In Montpellier wordt het nog even spannend wanneer blijkt dat de plaats voor de snelle reiskoetsen en de plaats voor de trage reiskoetsen niet bepaald dicht bij elkaar zijn gelegen. De riddertjes halen voor dat soort triviale problemen echter al lang hun schouders op en met behulp van een vriendelijke local (monsieur Uber) zitten ze al snel op het juiste spoor naar Carcasonne. Nog even het plaatselijke kanaaltje oversteken (dat Canal du Midi blijkt hier een nieuwigheid te zijn) en vanop de Vieux Pont zien ze hun bestemming aan de horizon verschijnen.

Wat een kasteel! De riddertjes zijn nu al in indrukwekkende burchten geweest zoals bij Koning René hier niet zo ver vandaan, maar dit hebben ze nog nooit gezien. Een dubbele omwalling met diepe grachten, metersdikke muren en statige torens. Torens die duidelijk uit verschillende bouwperiodes komen, weet één van de ridders meteen op te merken. Maar de andere ridders zijn vooral vol ontzag voor zo’n machtige vesting. O ja, hier zullen ze zich thuisvoelen!

Hun gastheer is ditmaal niet René, maar Pierre en de ontvangst is hartelijk met bubbels en een uitnodigend zwembad. De ridders laven hun dorst en spijzen hun maag met een plaatselijke Cassoulet. Lekker! En met overdadige desserts. Ook lekker! Dan leggen ze zich ten ruste na een lange tocht. Morgen wordt een grote dag.

En als de aanblik van de versterkingen van Carcassonne de riddertjes al met verstommenis en architecturale commentaren had geslagen, wat dan te zeggen van het Chateau Comtal zelf waar de volgende dag de ridderscharen uit katholieke en niet-katholieke gebieden verzamelen blazen. Het is tegen dit machtige decor dat de riddertjes te horen krijgen waarom de paus de christelijke wereld heeft bijeengeroepen: er is een nieuwe dreiging van ongelovigen en afvalligen die in deze streek is opgestaan. De strijd hiertegen zal veel krachten kosten, maar met voldoende vin, pain en de hulp van (de juiste) God, moet het lukken!
