De Zoektocht naar Atlantis

Olé ola!

Bewakers van het Castro.

Na een korte nachtrust (die lang genoeg was) kraaide al vroeg de haan, of beter, miauwde al vroeg de kat, om het leger tot ontwaken te dwingen. Vandaag stond een verkenning van het dorpje Naxos op het programma om zo een beter idee te krijgen van de ondoorgrondelijke wegen van Zeus. Bovendien zochten ze ook naar een uitkijkpost van waaruit ze de beste route naar het eilandje Folegandros konden bepalen. Niemand leek immers goed te weten waar het nu eigenlijk lag, wat nogal problematisch is als je ernaartoe wil varen.

De helmboswuivende leidde de troepen de berg op, tot in het Venetiaanse castro, van waaruit ze snel hun positie konden bepalen en de weg die ze moesten volgen hen duidelijk voor de geest lag. Een lange boottocht lag welzeker in het verschiet, vooral omdat de zeelui enkel langs de kust wilden varen (uit angst om verloren te varen – blauwe lucht en blauw water lijken nogal op elkaar) en ze dus een gigantische omweg via één of ander belangrijk eiland, Santorini, moesten maken. Omdat een beetje hulp nooit weg is op zulke reizen sprongen ze nog even snel een tempel binnen, die dan wel gewijd bleek aan een katholieke god zeker! Wat zouden de twistzieke Olympiërs daarvan denken?

Op de boot bleek al snel wat ze daarvan dachten. Het eeuwige duo Poseidon-Boreas zwiepte de golven hoog op en zorgde voor het heen-en-weerschommelen van de gammele schuit waarin ze de overtocht maakten. Allen waren het eens dat ze in het vervolg een grotere, zij het tragere, overzetboot zouden verkiezen boven dit schommelpaard. Een mens heeft al eens graag dat zijn drankje op zijn tafeltje blijft staan en er niet afvliegt (niet dat er drankjes waren, maar u begrijpt het punt).

De Nacht wacht…

Niemand vond het dus erg om aan te komen op het ongetwijfeld schilderachtige maar vooral zeer donkere Folegandros, alwaar een Griek (jawel, een Griek! in Griekenland! waar gaat het naartoe met de wereld!) als postkoetskoetsier hen stond op te wachten om hen met de postkoets spoedig naar de kampplaats te voeren. Tijdens het offer aan Dionysos zorgde een traditionele dans voor Demeter voor de nodige afleiding van het centrale probleem van deze reis: waar is Atlantis? Nog steeds geen spoor te bekennen, Poseidon is ongeduldig en van het teken van Zeus ook nog geen spoor. Werkelijk door alles en iedereen verlaten zaten ze dicht bij elkaar op wat het tochtgat van de Cycladen leek …