Op zoek naar de leeuw

Een sprookjeskasteel

De riddertjes waren nauwelijks goed en wel bekomen van hun bezoek aan de kruisvaarders op Rhodos of een nieuwe queeste diende zich aan. Hoewel de kruistochten de riddertjes een erg nobele streven leken, voelden ze er op dit moment weinig voor om naar het Heilige Land te trekken met de escalerende onlusten in het Oosten. De kruisvaarders hadden echter vol ontzag gesproken over de pracht en praal van het Venetiaanse rijk en er bij de riddertjes op aangedrongen om jacht te maken op de Venetiaanse leeuw. Een jacht? Dat leek de riddertjes wel wat! Tenslotte waren hun avonturen ooit begonnen met een jacht op een mysterieus wit hert.

De Dom van Aken.

Vol goede moed bliezen de riddertjes verzamelen in de goede stede van Brussel, waar hun tocht meteen begon met een serieuze tegenvaller. De nachtkoets die zich hadden gereserveerd naar de Oostenrijkse kroonlanden bleek die dag niet uit Brussel te vertrekken, maar vanuit Aken! In allerijl gingen de riddertjes op zoek naar een hogesnelheidskoets die hen nog tijdig daar kon brengen. Gelukkig bleek die koets slechts een uurtje vertraging te hebben waardoor zij zelfs nog een bezoekje konden brengen aan de beroemde Dom van Aken. Was dat even mooi meegenomen.

De nachtkoets zelf bleek eerder van het trage type. Ruim drie uur later dan aangekondigd bolden ze uiteindelijk in het Oostenrijkse Linz binnen. Ze herinnerden zich hoe ze 10 jaar geleden hartelijk waren ontvangen in de naburige stede van Salzburg door de plaatselijke prins-bisschop en besloten daarom om die richting uit te gaan om na te vragen of hij misschien weet had van de Venetiaanse leeuw. Maar in Salzburg werden ze niet wijzer. De Venetiaanse landen bevonden zich schijnbaar meer naar het zuiden voorbij de Tiroolse bergen. Gelukkig had de prins-bisschop een uitgebreide en alfabetisch-geïndexeerde contactenlijst waaruit hij de heer van Bled contacteerde om een overnachting voor de riddertjes te regelen. Met een transeuropese koets richting Zagreb vonden de riddertjes daarop de weg naar het statige kasteel op een uitstekende rotspunt boven het meer van Bled. A room with a view!

Het meer van Bled.

Het meer van Bled bood de riddertjes vele weldadigheden. Zon, bier, ijs, vergezichten en verkoeling. Graag waren zij veel langer dan twee nachten blijven logeren bij de plaatselijke heer. Maar hoe liefelijk en sprookjesachtig de omgeving ook mocht zijn, een leeuw was nergens te bespeuren. Ook niet toen ze meermaals (!) de omliggende heuvels hadden beklommen… Dus konden zij beter verder reizen naar het zuiden met alweer een hele reeks plaatselijke koetsen door scherpuitgesneden valleien tot aan het graafschap Görz.

Doorheen scherpuitgesneden valleien.

In het graafschap Görz konden ze duidelijk de spanning voelen die hier tussen oost en west bestaat. Alles leek vandaag nu wel peis en vree, maar je weet toch maar nooit. Omdat het inmiddels toch laat aan het worden was, besloten ze desalniettemin om wat verder in het ingeslapen Divaca de tenten op te zetten voor de nacht. In Istrië – zo hoorde men – zou er een plaats zijn met leeuwengevechten. Daar moesten ze heen!

Aan een kasteel.