In de twaalfde eeuw kwamen Tours, Maine en Nantes in handen van de Engelse koningen, toen Mathilda, dochter van de koning, huwde met Godfried van Anjou, heerser over het centrale deel van Frankrijk. Hiermee begon de periode van het rijk van de Plantagenêts, dat op zijn hoogtepunt ongeveer de helft van Frankrijk bezat. Deze situatie zou later leiden tot de Honderdjarige Oorlog en een uiteindelijke overwinning van de Franse koningen.
Vele ridders trokken toen door Frankrijk, en ook onze ridders mogen niet ontbreken. Op zoek naar een koning die hun diensten kon gebruiken zwierven ze door Normandië, Bretagne, Tours, Maine en Nantes. Ze ontmoetten vele edele heren, enkele oude bekenden en misschien zelfs iemand die hen een nieuwe queeste zou geven!
Uitvalsbasis Le Mans.
Een beetje goddelijke interventie is nooit weg.
Het hart van het rijk, de Cité Plantagenêt.
Stamvader van de Engelse koningen, Willem de Veroveraar.
De obligatoire Belgische connectie: hier rust Mathilde van Vlaanderen, gemalin van Willem van Normandië.
Godfried van Anjou.
Een zwaarbewaakt kasteel, daar moet een belangrijk iemand wonen.
Een oude bekende, koning René (chez Tarascon) van Anjou.
Bretagne, trots en onafhankelijk.
Misschien krijgen de ridders hier een nieuwe queeste?
Rennes is goed bewaakt tegen Engelse en Franse invallen.
Ook St. Malo zal niet zomaar vallen voor vijandige invallers!
Het kasteel van de hertogen van Bretagne, een mogelijke broodheer?
Trotse parel aan de kroon van de Plantagenêts; Tours.
De laatste hoop gloort aan de horizon, nooit bezet door vijandige soldaten, de Mont-Saint-Michel.