Een pauselijke missie

Il Papa in tre Palazzi

Genova, de fiere stede. Ook in het nachtelijk licht niet te versmaden, maar genoeg rubrique touristique, tijd voor het echte werk. Daar is de paus. En uiteraard kan men de paus niet ontvangen in een eenvoudige herberg, dus trokken allen, op uitnodiging van de doge, naar één van de paleisjes die daarvoor (het ontvangen van hoogwaardigheidsbekleders uit den vreemde) waren aangemerkt. En omdat de Heilige Vader toch wel de allerhoogste is, vonden de festiviteiten plaats in niet één, zelfs niet twee, maar drie paleizen. Quelle luxe!

De riddertjes op het Piazza de Ferrari in het hart van het oude Genova
De riddertjes op het Piazza de Ferrari in het hart van het oude Genova

De riddertjes kregen een toegangsbewijs voor het Palazzo Bianci, het Palazzo Rosso en het Palazzo Tursi. Helaas was niet helemaal duidelijk waar de ingang voor welk paleis was, en binnenin was de Italiaanse chaos al helemaal niet meer te versmaden. Toch bleek hier en daar om de hoek plotsklaps een Caravaggio, Van Dijck, Rubens of Teniers aan de muur te pronken. Een ideale ontmoetingsplaats voor een geheime missie, dat vonden de riddertjes ook wel.

De paus had eerst en vooral een verrassing in petto. Hij bleek namelijk niet langer Clemens III te zijn (je weet wel die van vorig jaar in Rome), maar al Urbanus VI. Het kan allemaal toch snel gaan zo (in een bakske vol met stro). Goed, ook deze paus bleek de riddertjes dus nog erkentelijk te zijn, maar had zat wel met een probleem. Normaal is er namelijk maar één paus, dat lijkt logisch, maar nu bleek er nog een kwibus te zijn die zichzelf paus noemde. De meegereisde kardinalen legden de riddertjes nauwkeurig het probleem uit, terwijl Urbanus in zijn witte bontjas triestig in het rondstaarde. Hij zat duidelijk met de zaak verveeld.

Even de mond gaan spoelen in de kathedraal...
Even de mond gaan spoelen in de kathedraal…

Nu, u raadt het al (ja, soms zijn de wegen van God en de Zijnen dus wel doorgrondelijk), de riddertjes werden dus gevraagd om paal en perk te stellen aan deze anomalie en naar Avignon te trekken alwaar die andere paus een bescheiden optrekje had laten bouwen. Trouwens, meneer de Kwibus van Avignon liet zichzelf Clemens VII noemen. Hoe durfde hij de naam te gebruiken van de goede vriend van de riddertjes! Enkele ridders vloekten binnensmonds, maar blijkbaar toch te luid waarvoor ze nog vergiffenis dienden te vragen in de kathedraal van San Siro.

Hmm, een schip. Dat ware misschien ook handig om de verre verplaatsing naar Avignon te maken...
Hmm, een schip. Dat ware misschien ook handig om de verre verplaatsing naar Avignon te maken…

Avignon, dat lag in het westen aan de machtige Rhône, afgeschermd door het markgraafschap en graafschap van de Provence. De riddertjes bogen zich over de kaarten van de regio en stippelden hun route uit. Het leek hen het beste om eerst de Ligurische kustlijn tot Savona te volgen, veilig binnen de grenzen van de republiek Genova. De kustweg bleek nog verder te lopen tot aan Oneglia en Porto Maurizio, twee plaatsen die zo verschillend zijn dat je al Mussolini zou moeten heten om die samen te voegen. De riddertjes voelden er wel iets voor om hier te blijven voor de nacht en kozen het rustigere Oneglia uit. Die kustweg zou wel niet weglopen tijdens de nacht en de paus van Avignon al zeker niet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *